Wat betekent de afkorting of de termen die gebruikt word in de P2000 112 meldingen

A:
AAA = Aneurysma Aorta Abdomen, verwijding van grote slagader in de buik (Ambulance)
AAAA = Acute Aneurysma Aorta Abdomen, acuut onstane verwijding van grote slagader in de buik (Ambulance)

OMS-Melding Brandweer: (Openbaar meldsysteem)
A1 = Handbrandmelding of Sprinklermelding
A2 = Automatische Melding, Rookmelder of Sprinklermelding
A3 = Automatische Melding, Gasdetectie, Ammoniakdetectie, Gasblussing, Inbraakmelding of Sleutelpijpalarm

AB = Adembeschermingsvoertuig (Brandweer)
AC = Alarm Centrale
ACUTE BUIK = Buikaandoening met een mogelijke (levensbedreigende) ontsteking (Ambulance)
AED = Automatische Externe Defibrillator
AFD = Afdeling
AGS = Adviseur Gevaarlijke Stoffen
AL = Autoladder (Brandweer)
ALS = Advanced life support (Ambulance)
AM = Ambulance
ANGIO = Vaatonderzoek (Ambulance)
AS = Autospuit (Brandweer)
ASS = Assistentie
ASTMA CARDIALE = Longen vol vocht vanwege hartfalen (Ambulance)
ATBR = Boven Regionaal Arrestatieteam (Politie)
AP = Angina Pectoris, zuurstof tekort van het hartweefsel (Ambulance)

B:
B = Besteld Vervoer (Ambulance)
BABYLANCE = Ambulance met couveuse voor zeer jonge kinderen (Ambulance)
BBK = Bereikbaarheidskaart (Brandweer)
BE = Bergingsvoertuig (Brandweer)
BG = Blusgroep (Brandweer)
BIN = Binnenbrand (Brandweer)
BINBR = Binnenbrand
BLS = Basic Life Support (wordt veelal gebruikt bij de first responders)
BM = Bijzonder Materieel (Brandweer)
BOT= Brandweer Opvang Team
BR = Beschikbare reserves voor extra inzet (Brandweer)
BR 1 = Brandmelding Prioriteit 1 (Hoge Urgentie) (Brandweer)
BR 2 = Brandmelding Prioriteit 2 (Normale Urgentie) (Brandweer)
BR 3 = Brandmelding Prioriteit 3 (Lage Urgentie) (Brandweer)
BRV = Brandbestrijdingsvaartuig (Brandweer)
BRW = Brandweer
BST = Benzinestation
BUI = Buitenbrand (Brandweer)
BUITBR = Buitenbrand
BURGER = Algemene hulpverlening aan burgers
BV = Bevelvoerder (Brandweer)
BVD = Bevelvoerder van Dienst (Brandweer)

C:
C2000 = Communicatie 2000
CA = Carcinoom (kwaadaardig gezwel) (Ambulance)
CABG = Coronary Artery Bypass Grafting, omleiding tbv verstopping kransslagader (Ambulance)
CA Dienst = Chemische Advies Dienst
CAG = Coronaire Angio Grafie, soort rontgenfoto van bloedvaten (Ambulance)
CARA = Verzamelnaam voor longziekten (Ambulance)
CARDIOCHIRURGIE = Hartoperatie (Ambulance)

CARDIOLOGIE = Afdeling voor hartziekten (Ambulance)
CCU = Coronary Care Unit (Hartbewaking)
CDt = Commandant (Brandweer)
CEH = Centrum Eerste Hulp (Ambulance)
CHIR = Chirurgie (Ambulance)
CHIR/ORTHO = Operaties en/of behandeling aan beenderen en gewrichten (Ambulance)
COB = Containerbrand
COH = Commando Haakarmbak
CPH = Commando post Haakarmbak
COLLAPS = Flauwvallen door te lage bloeddruk (Ambulance)
COMATEUS = Coma (Ambulance)
COPD = Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Longen bijv. Bronchitis, Longemfyseem, etc.) (Ambulance)
CPA = Centrale Post Ambulancevervoer (meldkamer)
CT = Computer Tomografie Scan, een 3D foto van (een deel) lichaam (Ambulance)
CVA = Cerebro Vasculair Accident (Hersenbloeding etc.) (Ambulance)
CVA <3> 3 UUR = Hersenbloeding etc. langer dan 3 uur geleden, kans genezing kleiner (Ambulance)
CVD = Commandant van Dienst (Brandweer)
CVD-G = Commandant van Dienst (AMBU)
CGV = Coördinator Gewonden Vervoer (AMBU)

D:
DA = Dienstauto (Brandweer)
DB = Dienstbus (Brandweer)
DDPL = Dienstdoende Ploeg (Brandweer)
DECOMPENSATIO CORDIS = Hartfalen (Ambulance)
DEHYDRATIE = Uitdrogingsverschijnselen (Ambulance)
DERMATOLOGIE = Afdeling voor huidziekten (Ambulance)
DIABEET = Suikerziekte (Ambulance)
DIALYSE = (Kunst) Nier behandeling (Ambulance)
DOVD = Districts Officier van Dienst (Brandweer)
DPH = Dompelpomp Haakbak (Brandweer)
DPU = Dompelpomp Unit (Brandweer)
DV = Dienstverlening (Brandweer)
DYSNPOE = Verstoorde ademhaling (Ambulance)

E:
ECI = Door onbekende oorzaak (Ambulance)
ERCP = Endoscopische Retrograde Cholangio Pancreatografie, Ronten-onderzoek van gal- en pancreasgang (Ambulance)
EHH = Eerste Hart Hulp (Ambulance)
F:
FLUXUX NA PARTUS = (Ernstige) Bloeding direct na de bevalling (Ambulance)
FOETALE NOOD = Moeilijkheden met bevalling (Ambulance)
FRACTUUR = Been (bot) breuk (Ambulance)

G:
GAGS = Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen
GB = Gezamenlijke Brandweer (Rotterdam)
GGZ = Gemeentelijke Gezondheidszorg
GHOR = Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
GM = Gereedschap/materieel-voertuig (Brandweer)
GMK = Gemeenschappelijke meldkamer
GMA = Gemeenschappelijke meldkamer Ambulances
GMS = Gemeenschappelijk Meld Systeem
GMDSS = Global Maritime Distress and Safety System (Kustwacht)
GRIP = Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (zie ook achteraan in dit bericht)
GS = Gevaarlijke Stoffen (Brandweer)
GYN = Gynecologie (Ambulance)
GYN/OBSTR = Obstructie bij bevalling (Ambulance)

H:
HA = Haakarmvoertuig (Brandweer)
HA = Huisarts (Ambulance)
HC = Hart Catheterisatie (Ambulance)
HET = Hoog Energetisch Trauma (Ambulance)
HMP = Hectometerpaal
HNP = Hernia Nuclei Pulposi, uitstulping van de tussenwervelschijf (Ambulance)
HOV = Hoofd Opvang & verzorging (Ambulance)
HOVD = Hoofd Officier van Dienst (Brandweer)
HV 1 = Hulpverlenings Voeruig (zwaar) (Brandweer)
HV 2 = Hulpverlening Voertuig (klein) (Brandweer)
HV 3 = Hulpverlening Voertuig (beperkt) (Brandweer)
HW = Hoogwerker (Brandweer)
HYPER = Suikerpatiënt met teveel aan suiker (Ambulance)
HYPO = Suikerpatiënt met tekort aan suiker (Ambulance)

I:
IAP = Instabiele Angina Pectoris (Ambulance)
IBS = In Bewaring Stelling, psychiatrische mensen die een bedreiging voor zichzelf of anderen zijn (Ambulance)
IC = Intensive Care (Ambulance)
ICU = Intensive Care Unit (Ambulance)
ILEUS = Beknelling of verstopping van de darmen (Ambulance)
IM = Incident Management (zo snel mogelijk de weg weer vrijmaken na ongeval)
INFARCT = Bloedtekort (geen zuurstof) in weefsel (met name hart) (Ambulance)
INSTABIELE AP = Dreigend Angina Pectoris, dreigend zuurstof tekort van het hartweefsel (Ambulance)
INTERNE = Inwendige geneeskunde (Ambulance)
INTOXICATIE = Vergiftiging (door bijv. medicijnen, alcohol etc.) (Ambulance)
IOVD = Intergemeentelijk Officier van Dienst

K:
KOORTSCONVULSIES = Koortsstuipen, heftige spiertrekkingen als gevolg van snel oplopende temperatuur (kinderen) (Ambulance)
KP = Knooppunt
KR = Kraanwagen (Brandweer)

L:
L = Links (toevoeging bij auto(snel)weg)
LMPO: Leider MeetPlanOrganisatie (Brandweer)
LO = Lijn Onderbreking
LONG CA = Longcarcinoom, longkanker (Ambulance)
LUXATIE = Ontwrichting / Uit de kom (Ambulance)
M:

MALAISE = Gevoel van onwelzijn (Ambulance)
MEDEVAC = Medische Evacuatie (KNRM)
MCU = Medium Care Unit (Ambulance)
MKA = Meldkamer Ambulance
MKB = Meldkamer Brandweer
MRI = MRI Scan, soort rontgen-onderzoek (Ambulance)
MS = Motorspuit (Brandweer)
MYOCARD INFARCT = Hartinfarct (Ambulance)
N:
NEUROLOGIE = Afdeling voor aandoeningen aan het zenuwstelsel (Ambulance)
NICU = neonatologie intensive care unit (pasgeborenen)
NMC = Network Management Centre (Nationaal Monitor Systeem)
NVU = Niet Vorderende Uitdrijving (Ambulance)

O:
O&V = Opvang en verzorging (Ambulance)
OIV = Officier informatie voorziening
OBSTR = Obstructie (Ambulance)
OESOPHAGUS = Slokdarm (Ambulance)
OGS = Ongeval Gevaarlijke Stoffen (Brandweer)
OMS = Openbaar Meld Systeem
ONCOLOGIE = Afdeling voor kanker (Ambulance)
ONG = Ongeval
ORTHO = Orthopedie, afdeling voor beweging (armen. benen, gewrichten etc.) (Ambulance)
OVD = Officier van Dienst (Brandweer)
OVD-G = Officier van Dienst (Ambulance)

P:
P2000 = Pagers en Paging 2000 (Alarmeringsonderdeel van C2000)
PAC = Particuliere Alarm Centrale (Automatische Melding) (Brandweer)
PAR = Parallel (Rijbaan)
PB = Poederblusvoertuig (Brandweer)
PEDIATRIE = Afdeling voor kindergeneeskunde (Ambulance)
PEP = Pre hospital ECG Project Huisarts vraag ambu om ECG te maken ter controle van zijn diagnose.
PEP = Post Exposure Profylaxis, ná blootgesteld te zijn aan hiv zijn dit de medicijnen ter voorkoming van infectie
PICU = Pediatric Intensive Care Unit (kinder IC)
PKP = Parkeerplaats
PLACENTA = Moederkoek (Ambulance)
PM = Personeels- Materieelvoertuig (cijfer achter “PM” geeft het aantal zitplaatsen aan) (Brandweer)
POB = Pijn Op Borst (Ambulance)
PSYCHIATRIE = Afdeling voor geestelijke stoornissen (Ambulance)
PTCA = Percutane Transluminale Coronaire Angioplastiek, dotteren van bloedvaten (Ambulance)
PULMONOLOGIE = Aandoeningen van de longen en luchtwegen (Ambulance)

R:
R = Rechts (toevoeging bij auto(snel)weg)
RAC = Regionale Alarm Centrale
RADIOTHERAPIE = Bestraling van kanker (Ambulance)
RAVAA = Regionale Ambulance voorziening agglomeratie Amsterdam (Ambulance)
RCVD = Regionaal Commandant van Dienst (Brandweer)
RM = Rechtelijke Machtiging, psychiatrische mensen die een bedreiging voor zichzelf of anderen zijn (Ambulance)
RAGS = Regionaal Adviseur Gevaarlijke Stoffen
RGF = Regionaal Geneeskundig Functionaris (GHOR)
RICC = Regionaal Informatie en Coördinatie Centrum (Politie)
ROGS = Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (Brandweer)
RV = Reddingsvoeruig (Brandweer)

S:
SAB = Sub Arachnoïde Bloeding, bloeding aan de onderzijde van de hersenen (Ambulance)
SB = Schuimblusvoertuig (Brandweer)
SEH = Spoed Eisende Hulp (Ambulance)
SEPSIS = Toename van bacteriën in bloed govolg door een shock (Ambulance)
SHOCK = Tekort aan circulerend bloedvolume (Ambulance)
SITRAP = Situatie Rapportage
SL = Slangenvoertuig (Brandweer)
SO = Storingsmelding brandmeldcentrale algemeen
SOA = Slang Oprol Apparaat (Brandweer)
SOLAS = Safety Of Life At Sea
SOvD = Stafofficier van Dienst
SUICIDAAL = In staat tot zelfmoord
SV = Schuim Vormend middel (Brandweer)
SvD = Staflid van Dienst

T:
TENTAMEN SUICIDE = Poging Zelfmoord (Ambulance)
TIA = Transient Ischemic Attack, voorbijgaande beroerte (Ambulance)
THORAX = Borstholte waarin de slokdarm, hart en longen bevinden (Ambulance)
TROLLEY = Brancard met volwaardige intensieve care apparatuur (Ambulance)
TROMBOLYSE = Oplossen van stolsel in een bloedvat in de hersenen (Ambulance)
TIS = Trein Incident Scenario
TS (bij Ambulance) = Tentamen Suicide (Poging Zelfmoord) (Ambulance)
TS (bij Brandweer) = Tankautospuit (Brandweer)
TW = Tankwagen (Brandweer)

U:
UMCG = Universitair Medisch Centrum Groningen (Ambulance)
UROLOGIE = Afdeling voor urinestelsel-ziekten (Ambulance)
UROSEPSIS = Het gevolg van een infectie met een micro organisme, uitgaande van de urinewegen met uitbreiding naar de bloedbaan (Ambulance)
UTERUS = Baarmoeder (Ambulance)
UTERUSEXTIRPATIE = Verwijdering van de baarmoeder (Ambulance)
UZA = Academisch Ziekenhuis Antwerpen (Ambulance)

V:
VB = Verbindingsdienst (Brandweer)
VBW = Verbindingsweg
VC = Verbindings- Commandovoertuig (Brandweer)
VIS = Vaarweg Incident Scheepvaart (zie onder voor de totale lijst)
VKO = Verkeersongeval
VP = Verkeersplein
VRR = Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond
VW = Vrachtwagen (Brandweer)
VWS = Voorwaardescheppend (Centraal Opstellen) (Ambulance)

W:
WBC = Warmte beeld camera (Brandweer)
WO = Water Ongevallen (Brandweer)
WVD = Waarschuwings- en Verkenningsdienst (Brandweer)

Z:
ZH = Ziekenhuis (Ambulance)
ZHS = Ziekenhuis (Ambulance)
ZKH = Ziekenhuis (Ambulance)
ZKHS = Ziekenhuis (Ambulance)

Natuurbrandindex:
<30> 75 extreme droogte, groot gevaar, eerste inzet tenminste 1 peloton

Algemeen:
GMS = Geintegreerd meldkamer systeem
GRIP = Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure
OGS = Ongeval gevaarlijke stoffen
SO = Slachtoffer
UGS = Uitgangsstelling
VKO = Verkeersongeval
VO = Verkeersongeval
WO = Waterongeval

GRIP classificatie
GRIP 0 = Dagelijks optreden van de hulpdiensten/’Motorkapoverleg’
GRIP 1 = Incident + gecoördineerde multidisciplinaire inzet CTPI
GRIP 2 = Grootschalig incident + gecoördineerde multidisciplinaire inzet CoPI + ROT
GRIP 3 = Ramp / zwaar ongeval in één gemeente CoRT + ROT + GBT [Gemeentelijk Beleidsteam]
GRIP 4 = Ramp / zwaar ongeval in meerdere gemeenten CoRT + ROT + GBT’s + RBT
GRIP 5 = Ramp / crisis in meerdere provincies / landen CoRT + ROT + GBT’s + RBT + PCC+DCC + NCC

Gebruikte afkortingen:
CTPI = Coördinatie Team Plaats Incident
CoPI = Commando Plaats Incident
ROT = Regionaal Operationeel Team
CoRT = Commando Rampterrein
GBT = Gemeentelijk BeleidsTeam
RBT = Regionaal BeleidsTeam
PCC = Provinciaal Coördinatiecentrum
DCC = Departementaal Coördinatiecentrum
NCC = Nationaal Coördinatiecentrum

Ambulance:
A1 = Spoedeisende hulp, met optische en geluidssignalen
A2 = Spoedeisende hulp, zonder optische en geluidssignalen
B = Besteld vervoer
CA = Carcinoom (kwaadaardig gezwel)
CCU = Coronary care unit (voorheen hartbewaking)
CEH = Centrum eerste hulp
COPD = Chronic obstructive pulmonary disease (bronchitis, longemfyseem)
CPA = Centraal post Ambulance
CVA = Cerebro vasculair accident (hersenbloeding etc.)
DIA = Directe Inzet Ambulance
GHOR = Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen
HAP = Huisartsenpost
HNP = Hernia patient
IBS = In bewaring stelling
MMT = Mobiel medisch team
NVU = Niet vorderende uitdrijving
POB = Pijn op borst
RAV = Regionale Ambulance voorziening
SEH = Spoed eisende hulp
SIGMA = Snel inzetbare groep medische assistentie
TS = Tentamen suicide (zelfmoordpoging)
VWS = Voorwaarde scheppend
# = Fraktuur (breuk)

Brandweer:
AC = alarmcentrale
AGS = adviseur gevaarlijke stoffen
AL = alarm
ASS = assistentie
AVP = aanvalsplan
BR = brand
DV = dienstverlening
HV = hulpverlening
LA = loos alarm
OMS = openbaar meldsysteem
PAC = particuliere alarmcentrale
ROGS = regionaal officier gevaarlijke stoffen
RROL = regionale regeling operationele leiding

Voertuigafkortingen Brandweer
AB = adembeschermingsvoertuig
AL = autoladder
AS = autospuit
DB = dienstbus
HA = haakarmvoertuig
HV = hulpverleningsvoertuig
HW = hoogwerker
RB = reddingboot
RV = reddingvoertuig
TAS = tankautospuit
TS = tankautospuit
VC = verbindingscommandovoertuig
Prioriteitcodering Brandweer

Prio 1 = spoedeisend, met optische en geluidssignalen
Prio 2 = gepaste spoed, zonder optische en geluidssignalen
Prio 3 = zonder spoed
Prio 5 = geen uitruk, mededeling, test

Luchtvaart ongevallen:
Scenario 1 = Klein luchtvaartongeval
Scenario 2 = Middel luchtvaartongeval
Scenario 3 = Groot luchtvaartongeval

VOS = Vliegtuig Ongeval Schiphol.
VOS 1 -> ‘pan pan call’, een waarschuwing van de piloot dat er iets niet in orde is, kan van alles zijn.
VOS 2 -> ‘may day call’, een waarschuwing dat er een serieus probleem is, minder dan 50 pax.
VOS 3 -> ‘may day call’, een waarschuwing dat er een serieus probleem is 50-250 pax.
VOS 4 -> ‘may day call’, een waarschuwing dat er een serieus probleem is 250 of meer pax.
VOS 5 -> ‘crash’, spreekt voor zich, minder dan 50 pax.
VOS 6 -> ‘crash’, spreekt voor zich 50-250 pax.
VOS 7 -> ‘crash’, spreekt voor zich 250 of meer pax.

TIS 1
TIS 1 betreft vrijwel altijd een bedrijfsmatige onderbreking voor de spoorwegen, zonder dat dringende hulp van de hulpdiensten daarvoor nodig is.
TIS 1.1: een storing waarbij vertragingen ontstaan van meer dan 5 maar minder dan 30 minuten.
TIS 1.2: een storing waarbij vertragingen ontstaan van meer dan 30 minuten.
TIS 1.3: totale versperring.
TIS 1.4: totale versperring met uitstraling naar een groot gedeelte van het land.

TIS 2
Bij TIS 2 gaat het om scenario’s waarbij sprake is van brand. Ook hierbij bestaan er vier categorieën of gradaties.
TIS 2.1: een bermbrand.
TIS 2.2: een kleine brand in trein of station.
TIS 2.3: een grote brand in een trein.
TIS 2.4: een grote brand in een station of tunnel.

TIS 3
TIS 3 beschrijft de scenario’s van aanrijdingen en botsingen waarbij slachtoffers betrokken zijn, variërend van een aanrijding met één klein voertuig tot een zeer ernstige aanrijding waarbij meerdere slachtoffers betrokken zijn en de treinstellen ernstig beschadigd zijn.
TIS 3.1: aanrijding trein met een persoon, (brom)fiets of voorwerp.
TIS 3.2: aanrijding trein met rangeerdeel of klein wegvoertuig (auto/bestelbus en dergelijke).
TIS 3.3: ontsporing met slachtoffers of aanrijdingen trein met andere trein of groot wegvoertuig (bus/vrachtauto) waardoor wagenstellen niet vervormd, gekanteld of gestapeld zijn.
TIS 3.4: ontsporing met slachtoffers of aanrijdingen trein met andere trein, groot wegvoertuig of object waardoor wagenstellen vervormd, gekanteld of gestapeld zijn.

TIS 4
TIS 4 is gereserveerd voor de gevaarlijke stoffen en komt daardoor vooral voor op de Betuweroute. De classificatie is hier iets anders dan bij de andere scenariotypen.
TIS 4.1: een klein ongeval met gevaarlijke stoffen, zoals een druppelende afsluiter of blazende veiligheid.
TIS 4.2: een brand waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
TIS 4.3: een ontsnapping van een gevaarlijke stof waarbij de effecten beperkt blijven tot het brongebied.
TIS 4.4: een ongeval met gevaarlijke stoffen waarbij duidelijk sprake is van een effectgebied.

TIS 5
De nieuwe groep met scenario’s voor treinincidenten is groep 5. Met TIS 5 worden de scenario’s beschreven waarin sprake is van bommelding, bomvinding of bomexplosie. De classificatie varieert van 1, een bommelding, tot 4, een daadwerkelijke explosie.
TIS 5.1: anonieme bommelding of verdacht gedrag.
TIS 5.2: verdacht voorwerp of bomvinding op de vrije baan.
TIS 5.3: verdacht voorwerp of bomvinding in trein op station, op station of in tunnel.
TIS 5.4: bomexplosie in trein, station of in tunnel.

VIS 1 is voor de eerste aanleg van verstoring van de scheepvaart

VIS 1.1:

  • Berging vondsten/vaartuig/ voertuigen
  • Duikwerkzaamheden
  • Lijk te water (= dienstverlening)
  • Blokkades
  • Storm
  • Uitval infra (defecten/bestu-ringsfouten objecten, stroom uitval)
  • Stremming door onderhoudswerkzaamheden

VIS 1.2: niet in gebruik

VIS 1.3:

  • Bezwijken waterkeringen
  • Langdurige blokkades
  • Extreme ijsgang
  • Langdurig laagwaterperiode
  • Hoogwater
  • (RBP hoogwater Maas)

VIS 2 is voor brand

VIS 2.1:

  • brand in de nabijheid vaarweg
  • brand op objecten (sluis e.d.)

VIS 2.2: brand op schip met (mogelijk) slachtoffers

VIS 2.3: brand op passagiersschip

  • Brand op vrachtschip in schutsluis
  • Brand op schip gevaarlijke stoffen 4.3
  • Bomvinding op objecten
  • Terroristische dreiging

VIS 3 is voor aanvaringen en drenkelingen

VIS 3.1: aanvaring schip met

  • Stuw
  • Sluis
  • Brugpeiler
  • Wal
  • Ander schip

VIS 3.2: aanvaring schip waardoor mogelijk slachtoffers

  • Zinkend schip (mogelijk met slachtoffers)
  • Drenkeling

VIS 3.3: aanvaring schip met

  • Stuw
  • Sluis
  • Brugpijler
  • Wal
  • Veerboot;
  • Vrachtschip
  • Schip met gevaarlijke stoffen 4.3
  • Passagiersschip
  • Zinkend passagierschip

VIS 4 is voor gevaarlijke stoffen

VIS 4.1: beperkte lekkage gevaarlijke stof in water vanuit een schip

  • Constatering olielozing
  • Signalering van lichte overschrijding normwaarden
  • Constatering olievlek van beperkte omvang zonder aanwijsbare herkomst en te gering van omvang om opruimacties te houden

VIS 4.2: (mogelijk) slachtoffers op schip t.g.v. lekkage en/of vrijkomen gevaarlijke stoffen

VIS 4.3: ernstige beschadiging van schip

  • Vrijkomen van “wolk” gevaarlijke stoffen (toxisch/brand-baar)
  • Ernstige waterverontreiniging
  • Slachtoffers in omgeving